NDR


Hoofdmenu
Archief:

Home

Nieuws

Organisatie

Bibliotheek

Fototheek

Videotheek

Museum

Geschiedenis >

De Familie Van den Bergh
uit Boxtel
(Stal Lancier)


Hieronder een artikel uit het boek 'Dravend door de tijd', uitgegeven in 1996 t.g.v. het 50-jarig jubileum van de Fokkersvereniging.

TITEL:
Stal Lansier

(auteur: Durk Minkema)

Vader Louis Etienne van den Bergh
De passie voor de drafsport was al aanwezig bij Louis Etienne van den Bergh (1844-1915), die in 1877 een wollenstoffenfabriek in Tilburg aan de St.Josephstraat 127 stichtte. Op zijn fabriek, die naderhand op naam van zijn zoon F.B. v.d. Bergh overging, werkten 300 werknemers. Louis van den Bergh had de liefde voor dravers weer gemeen met zijn broer Johan van den Bergh uit Tilburg, die al in 1899 eigenaar was, o.a. van Anselor, Atlantic, Nette Bruen en Vlok. Broer Johan overleed op 28 februari 1913 op 56-jarige leeftijd.

L.E. v.d. Bergh had vanaf 1907 dravers. Bekende paarden van hem waren Brummbar, Castor en Adeline. Hij kocht destijds de zwarte hengst Lansier 1.35.4, een fokprodukt van A.H. van Wickevoort Crommelin en zoon van Baroness Zelda voor een hoog bedrag. Lansier kwam in training bij Paul Schonrock en liep met veel succes voor het goudgele buis met rode stippen en zou later zijn naam geven aan de stal van F.B. v.d. Bergh, die de liefhebberij voor de dravers van zijn vader had meegekregen. Louis van den Bergh zou eind november 1915 komen te overlijden; hij was al enkele jaren ziek geweest.

Zoon Frederik Bernard van den Bergh
Frederik Bernard van den Bergh woonde eerst in Tilburg, later in Oisterwijk in de villa Medan Poetrie. Hij nam in 1913 de enig overgebleven draver van zijn vader over en wel de merrie Adeline, waarmee hij op 17 juni 1910 zijn eerste koers had gereden te Woestduin en als overwinnaar uit de strijd was gekomen.
Zijn paarden waren in training bij de trainer-pikeur Bas ten Hagen, die eerst zijn stal in Rotterdam had, maar later door v.d. Bergh naar Oisterwijk gehaald werd. Hij bleef van 1910 tot 1919 aan de stal verbonden, waarna hij zich als publiek-trainer in Alkmaar vestigde.
De stal had veel succes, Bas ten Hagen stond in 1913 en 1916 aan het hoofd van de winnende pikeurs en stal v.d. Bergh nam in 1916 en 1917 de eerste plaats in bij de winnende eigenaren. In 1917 werd de naam stal Lansier ingevoerd. (Opmerking: Minkema schijft Stal Lansier met een s, maar in de advertenties van de stal staat Stal Lancier met een c).

Zijn succespaarden waren toen de schimmel Ciampi 1.30.9, geb. 1909 en lijstaanvoerder winnende paarden in 1916 en later dekhengst, Dienares 1.35.2, Adeline 1.37.2, Hollandia en Dora. Van den Bergh was zelf amateurijder, of eigenlijk heerrijder, zoals men dat toentertijd noemde. Zijn vrouw A.L. van den Bergh-Perk was ook een fervent liefhebster en voelde zich evengoed thuis in het zadel als op de uitrijkar.

De belangstelling voor de drafsport was in die tijd duidelijk groeiende in Noord-Brabant. In 1917, midden in de mobilisatietijd, werd een draf-en renbaan van ruim 800 meter aangelegd nabij Boxtel op een terrein van J. van Susante, die in Boxtel een sigarenfabriek had. De baan lag aan de inmiddels verdwenen oude Esscheweg, schuin tegenover de nu nog bestaande uitspanning "Het Renpaard".

Vanaf 1917 legde de heer van den Bergh zich ook op de fokkerij toe, de eerste paar jaar nog op bescheiden wijze. In november 1918 verhuisden de dravers van stal Lansier van Oisterwijk naar de boxen op de baan Boxtel. In de winter van 1919/1920 werd een heuse stoeterij opgezet met de overname van dertien Amerikaanse fokmerries, waarvan vijf met veulen, alle van uitstekend bloed, die door de bekende Rotterdamse paardenman Jo Schuyl kort tevoren uit Amerika geimporteerd waren. Die had ze daar voor bijna niets aangekocht op een grote veiling in Lexington. Door een havenstaking in New York en een ruwe zeereis kwamen de paarden in niet al te beste conditie in Nederland aan. In de stallen van Schuyl op Woudestein konden ze weer op verhaal komen, alvorens ze naar Boxtel afreisden, waar in allerijl bij de baan een stal met 15 boxen werd bijgebouwd naast de daar reeds bestaande draversstal van Van den Bergh. Vanaf begin 1919 was Luut Ensing als trainer-pikeur aan de stal verbonden.
Toen omvatte de stal de paarden Ciampi, Dienares en Hollandia, Chriemhilde, Koning B en Kaper B en even later ook Margarethe Medium, Petite Amie en de jeugdige Louise B.

De leiding van de stoeterij berustte bij de heer W. Perk, een zwager van Van den Bergh. In het voorjaar van 1920 werd stal Lansier uitgebreid met de aankoop van de uitstekende 8-jarige Amerikaanse hengst Kerrigan 2.09.1/4, een zoon van Axworthy, die toen leidend vaderpaard in Amerika was. Kerrigan zou zich zowel op de baan als in de fokkerij onderscheiden. Hij won het Kampioenschap van Nederland in 1922 en was leidend vaderpaard in 1928 en 1933.

Toen in het jaar 1920 de exploitatie van de baan Boxtel ontbonden moest worden, was het stal Lansier welke al de gebouwen en terreinen kocht. In de winter van 1920-1921 werden grote veranderingen en verbouwingen doorgevoerd. In die tijd waren aan de renbaan circa 40 boxen bezet.
De merries en jonge paarden van stal Lansier werden tot 1921 's zomers naar een kleiweide aan de Maas gestuurd en werden in Boxtel uitstekend opgefokt. Intussen waren de weiden aan de stallen op deskundig advies zodanig verbeterd, dat ze niet voor de uiterwaarden onderdeden en werden de paarden daar opgefokt. Vooral was veel zorg besteed aan een goede afwatering, terwijl er grote vijvers aanwezig waren, waarin de dieren naar hartelust konden baden. Op het 16 ha. grote terrein was tevens een eigen smederij, havertent en directiehuisje, waarin de bezoekers gastvrij ontvangen werden. Het personeel bestond uit zes man: vier voor in de stallen en twee voor het buitenwerk.

In de jaren 1920 en 1921 werd telkens een 10-tal draverveulens op stoeterij Lansier geboren en in het voorjaar van 1921 werd een jaarlingenveiling in Boxtel gehouden, waar ook koerspaarden en fokmerries aangeboden werden. Er was wel een honderdtal kijklustigen op afgekomen, maar kennelijk geen kopers. Op één na werden alle paarden opgehouden. Wel werden daarna paarden uit de hand verkocht, in 1921 gingen elf stuks in andere handen over.
Men kreeg de handen vol aan de fokstal, waardoor de training der koerspaarden in het gedrang kwam en men besloot in 1921 weinig meer in koersen uit te komen.
De fokprodukten van Van den Bergh zouden veel successen op de baan behalen. Het was een hele toer voor de inlandse dravers, geboren uit het restant der fokmerries, dat na het totalisatorverbod in ons land overgebleven was, met de produkten van stal Lansier, gesproten uit de beste Amerikaanse bloedlijnen, te concurreren.

Stoeterij Lansier was helaas geen lang Ieven beschoren. Al in 1920 werd voor het laatst gekoerst in Boxtel. Zowel paarden als publiek lieten het afweten. In augustus 1921 kocht Mees Alkemade, aangetrokken door de goede roem van de stoeterij en altijd een neus hebbende voor goed materiaal, twee fokmerries en twee veulens van de stoeterij. Daaronder was Oley B (van Kerrigan uit Bessie Hall), die later tot de snelste Duitse driejarigen zou gaan behoren.

Op 1 maart 1922 werd de tweede veiling gehouden, het was tegelijk de laatste, omdat ook deze een mislukking was ten gevolge van de toen heersende economische malaise. Op de tweejarigen werd tot over de fl 2000 geboden, doch geen enkele werd gegund. Alleen Minnetonka werd na de veiling voor fl 5500 verkocht aan J. Kruithof Sr. uit Voorburg. Omdat later nog wel paarden uit de hand werden verkocht, kwam het totaal aantal verkochte paarden in 1922 op 18 stuks.
Daarna werden in twee jaar tijds alle paarden uit de hand verkocht. In 1924 werden de laatste drie veulens geboren, toen was het gebeurd met de stoeterij. Van den Bergh had zoveel geld met zijn paarden verloren, dat hij wel moest stoppen.

F.B. van den Bergh was zelf begin 1923 in Breda gaan wonen. Luut Ensing was in 1923 al naar Duindigt vertrokken, begin 1925 verhuisde hij naar Heemstede bij de baan Het Oude Slot, waar ook Kerrigan ter dekking kwam, tot de hengst begin 1933 stierf. F.B. van den Bergh overleed op 17 mei 1946 te Breda op 64-jarige leeftijd na een kortstondig ziekbed. Zijn beide zoons hebben zich niet met de drafsport bemoeid.


Boven: De heer F.B. van den Bergh, met hoed in de hand,
luistert vol trots naar de toespraak, waarbij hij de zilveren beker
van de Haagsche Tramweg Maatschappij krijgt uitgereikt voor
de overwinning van zijn paard Adeline op de Houtrustbaan
in Den Haag, 13 juni 1915.
(foto Schnabel, De Revue der Sporten)

Duindigt

Boven: Advertentie van Stal Lancier

Duindigt

Boven: De boxen in Boxtel van Stal Lancier bij de renbaan.

Duindigt

Boven: De paarden van Stal Lancier in de weide nabij Boxtel.

Duindigt

Boven: De paarden van Stal Lancier gaan terug
naar de stallen van de vroegere renbaan in Boxtel.

Duindigt

Boven: Advertentie van Stal Lancier


Eigen dekhengst Kerrigan

import

Boven: Kerrigan in een Advertentie van Stal Lancier.

De Amerikaanse hengst Kerrigan koerste eerst met zeer veel succes in zijn vaderland en won daar omgerekend ca. Fl. 300.000. Hij liep als 3-jarige, toen hij 8 keer won in 8 starts, al een winrecord van 2.12. In Philadelphia won hij een 4-heat-race, terwijl zijn opgenomen tijd over de mijl 2.05¼ was. In 1919 kwam hij (als 7-jarige) 11 maal uit in 3-heat-races en won ze alle 11.

Kerrigan werd in 1920 door Jo Schuijl uit Rotterdam voor rekening van F.B. van den Bergh ingevoerd in Nederland. In ons land won de hengst in 5 jaar tijd slechts 2 keer in 14 starts. Daarnaast startte hij veelvuldig en met veel meer succes in het buitenland en liep daar op verharde banen veel sneller dan in Nederland. Op 18 nov. 1920 won hij met Luut Ensing in dichte mist in Berlin-Mariëndorf het Zuversicht-Rennen in 1.25,8 over 2000 m en verdiende daarmee 20.000 D-mark. Zijn tweede koers won hij daar ook, maar hij werd gediskwalificeerd omdat hij door hinder van een ander een paaltje aan de binnenkant omver reed.

Kerrigan stond eerst bij Stal Lancier in Boxtel ter dekking en na opheffing van deze stal ging hij met Luut Ensing mee naar Heemstede. Hij bracht tussen 1921 en 1933 65 kinderen, waarvan er 50 zijn gestart. Zijn snelste product was Zus Braun 1.22,4.
Derbywinnaars: Perrigan B en Rolls Royd
Kamp. NL-paarden: Quitewell St Lancier en Zus Braun

import

Boven: Dekhengst Kerrigan poseert.


fokmerries en fokprodukten van stal Lansier

De volgende fokmerries en fokprodukten van stal Lansier
hadden de meeste invloed.


Tegenwind

Tegenwind, vermoedelijk nog een Tabor II-dochter, en de moeder van Van den Bergh's succespaard Ciampi. Bij van den Bergh bracht ze in de jaren 1917 en 1918 van Captain Henry twee schimmelveulens Kaper B 1.30.8, een der eerste koerspaarden van stal Oosting te Wolvega, en Louise B 1.32.6.

Duindigt

Boven: Prent van de schimmel Ciampi in een Advertentie van Stal Lancier.
De hengst was een succesvol koerspaard en dekhengst voor de Stal.
Hij was niet door Van den Bergh gefokt. Later kocht hij de moeder van
de hengst en ging met haar fokken.

Duindigt

Boven: De schimmel Kaper B wint met A. Makken.
Ook Kaper B was een zoon van de merrie Tegenwind.

Duindigt

Boven : Ook Louise B was een product van Tegenwind.


Adeline

Adeline 1.37.2 (v. Tenebreux u. Corrie) geb. 1907 bij W.C. Teurlings te Rotterdam. Deze dankbare en altijd gewillige koersmerrie bracht bij van den Bergh tussen 1917 en 1921 twee kinderen, t.w. Koning B 1.32.6 en Orlena B 1.28.5.

Boven: Eigenaar F.B. van den Bergh, met hoed in de hand,
luistert vol trots naar de toespraak, waarbij hij de zilveren beker
van de Haagsche Tramweg Maatschappij krijgt uitgereikt voor
de overwinning van zijn paard Adeline op de Houtrustbaan
in Den Haag, 13 juni 1915.
(foto Schnabel, De Revue der Sporten)


Emma Baldwin

Emma Baldwin (v. The Invincible u. Hannah Baldwin) geb. 1910 in Amerika. Bracht tussen 1919 en 1923 vijf kinderen bij stal Lansier, w.o. Minnetonka 1.27.6, Peter Kerrigan St. Lansier 1.29.5 en Queen Abbess St. Lansier 1.31.9. De merrie kwam later nog in bezit van Dirk de Vlieger te Nieuw-Vennep.


Duindigt

Boven : De goede Minnetonka (rec. 1.27,6)
was een fokproduct van F. van de Bergh.


Bessie Hall

Bessie Hall (v. Walnut Hall u. Bessie Wilton) geb. 1909 in Amerika. Bracht in 1920 en 1921 twee veulens voor stal Lancier, waarna ze door Mees Alkemade voor Duitsland gekocht werd. Beste produkt Noma B 1.27.6.


Boven: Noma B aan de leiding met Bas Schippers op Duindigt.


Grace Brown

Grace Brown 2.28½ (v. Prodigal u. Enola), geb. 1910 in Amerika en kwam drachtig van Belwin op stal Lansier, waar ze in 1920 de crack Nora Belwin B 1.24,6 bracht, die in 1926 en 1927 zowel het Kampioenschap van Nederland als het Kampioenschap Nederlandse Paarden zou winnen. Grace Brown bracht tussen 1920 en 1924 vijf veulens voor stal Lansier, waarbij verder nog Odell Axworthy B 1.26.7, Prodigal St. Lansier 1.30 en Quitewell St. Lansier 1.25.5, Kampioen Ned. Paarden in 1930.


Boven: De fokmerrie Grace Brown 2.28.1/2,
moeder van de crack Nora Belwin B en Quitewell St Lancier.
(foto uit Het Paard, 1922)

Nora

Boven: Nora Belwin B wint het Nederlands Kampioenschap
op Duindigt in 1927.
Nora Belwin B staat in onze Hall of Fame, click hier


Boven: Quitewell St L. en pikeur Ockhorst worden gehuldigd
met een krans. Waarschijnlijk na het winnen van het
Kamp. der NL-paarden in 1930.



Helen Setzer

Helen Setzer 2.29.3/4 (v. Henry Setzer u. Helene) geb. 1914 in Amerika. Twee producten bracht ze bij stal Lansier in 1920 en 1921, waarbij Oro Setzer B 1.29.4.


Boven: Oro Setzer B met N. van Leeuwen wint voor Minnetonka.
Beide paarden door Van den Bergh gefokt.


Lucy Jones

Lucy Jones 1.29.6 (v. Moko u. Lady Jones) geb. 1911 in Amerika. Kwam drachtig van het Amerikaanse vaderpaard Guy Axworthy in Nederland en bracht in 1920 de crack Norton B 1.20.2, die de Derby in 1923 won. Werd later dekhengst en heeft met een bescheiden produktie van 15 kinderen een blijvend stempel op de Nederlandse draverfokkerij gedrukt. De merrie Lucy Jones stierf helaas vroeg en bracht alleen Norton B.


import

Boven: Gezicht op de tribune van de renbaan te Boxtel
met op de voorgrond de dravermerrie Lucy Jones van Stal Lansier.
(uit Traber im Bild I, 1921, nr. 9)


Boven: Norton B wint de Derby van 1923 op Duindigt.


Mareese

Mareese 2.24 (v. The Native u. Bemay) geb. 1911 in Amerika. Bracht bij stal Lansier tussen 1920 en 1922 drie produkten, w.o. Nevada B 1.29.7.


Boven: Nevada B met G. Ensing,
die zijn voorsprong bekijkt.


Todd Bird

Todd Bird 2.28.1/2 (v. Todd u. Nancy H) geb. 1907 in Amerika. Bracht tussen 1920 en 1924 vijf kinderen bij stal Lansier, w.o. Our Uhlan B 1.30,4 en Quintaine St. Lansier 1.25,5.


Boven: Our Uhlan B wint met Luut Ensing.


Emily Lee

Emily Lee (v. Moko u. Emily Tee) geb. 1912 in Amerika. Bracht in 1921 en 1922 twee veulens bij stal Lansier, w.o. Prince Moko St. Lansier 1.30.4. Later zou Emily Lee bij H.J. Hogendoorn in Oudenrijn nog de beste Ulpia H 1.24 brengen.


Prince Moko St Lancier.


Margarethe Medium

Margarethe Medium 1.29.8 (v. Fritz Medium u. Margarethe L) geb. 1910 in Duitsland, importeur stal Noordwijk. Bracht drie veulens bij stal Lansier tussen 1921 en 1924, w.o. Radio S 1.26.3. Zou later bij Nuttert Oosting nog Ulaan 0 1.28.1 brengen.


Fokproducten van F.B. van den Bergh

1917:
- Kaper B, 1.30,8 van Captain Henri uit Tegenwind
- Koning B 1.32,6 van Insolent uit Adeline

1918:
- Louise B, rec. 1.32,6 van Captain Henri uit Tegenwind

1918:
- Minnetonka, 1.27,6 van The Northern Man uit Emma Baldwin

1920:
- Nebraska B, 1.39,8 van Colonel Kimball uit Helen Setzer
- Nevada B, 1.29,7 van Siliko uit Mareese
- Né Long Ago B, 2.01,2 van Long Ago uit Jella
- New Axworthy B, recordloos van Guy Axworthy uit Todd Bird
- Noma B, 1.27,6 van San Francisco uit Bessie Hall
- Nora Belwin B, 1.24,6 (Kampioene van Ned.) van Belwin uit Grace Brown
- Northern Man B, 1.34,5 van The Northern Man uit Emma Baldwin
- Norton B, 1.20,2 (Derby Winnaar) van Guy Axworthy uit Lucy Jones

1921:
- Oakland Baron B, 1.34,3 van Kerrigan uit Emily Lee
- Oblique B, 1.34,6 van Ciampi uit Mareese
- Octoroon B, 1.42,6 van Kerrigan uit Jella
- Odell Axworthy B, 1.26,7 van Kerrigan uit Grace Brown
- Old Sam B, 1.39,9 van Ciampi uit Margarethe Medium
- Olley B, recordloos, van Kerrigan uit Bessie Hall
- Orlena B, 1.28,5 van Ciampi uit Adeline
- Ormonde B, 1.34,0 van Kerrigan uit Emma Baldwin
- Oro Setzer B, 1.29,4 van Kerrigan uit Helen Setzer
- Our Uhlan B, 1.30,0 van Kerrigan uit Todd Bird

1922:
- Pearl Bingen St. Lancier, recordloos van Kerrigan uit Todd Bird
- Peggy St. Lancier, 1.37,0 van Kerrigan uit Margarethe Medium
- Perfectly St. Lancier, 1.38,3 van Kerrigan uit Jella
- Peter Kerrigan St. Lancier, 1.29,5 van Kerrigan uit Emma Baldwin
- Prince Moko St. Lancier, 1.30,4 van Kerrigan uit Emily Lee
- Prodigal St. Lancier, 1.30,0 van Kerrigan uit Grace Brown
- Puny Wilkes St. Lancier, 1.32,2 van Kerrigan uit Mareese

1923:
- Quitewell St. Lancier, 1.25,5 van Kerrigan uit Grace Brown
- Quintaine St. Lancier, 1.25,5 van Kerrigan uit Todd Bird
- Queen Abbes St. Lancier, 1.31,9 van Kerrigan uit Emma Baldwin
- Queen Ethel St. Lancier, 1.32,1 van Kerrigan uit Minnewaska

1924:
- Radio S, 1.26,3 van Kerrigan uit Margarethe Medium
- Remplacante, 1.30,5 van Kerrigan uit Todd Bird
- Rex Kerrigan, 1.30,0 van Kerrigan uit Grace Brown


  terug naar boven

© Copyright Archief NDR


Submenu
Geschiedenis:

Klassiekers

Kampioensch.

Rennen

Langebanen

Kortebanen

< Mensen

Diverse